Inleiding
Dit is het verhaal van een Amsterdamse familie De Winter. Van een koetsier die daar een nieuw leven begon. Van zijn kinderen, die echte Amsterdammers werden. En van een kleinzoon, Adam, die besloot naar Indië te vertrekken.
Het is het verhaal van een zoektocht die ik begon met twee namen: A.F. de Winter en W.C.Tulleken, met wat familielegendes en met een doel: uitvinden hoe de familie De Winter in Indië terechtgekomen was en wie hun Nederlandse voorvaderen waren.
De Indische stamboom had ik al, die was al aardig uitgebreid. Ooit heb ik een start gemaakt samen met Minnie de Winter, mijn oma. Zij wist feilloos de Alexander-tak én de Mien-tak uit haar hoofd op te noemen. Via toevalllige ontmoetingen op het internet (drie hoeraatjes voor het internet), behulpzame verre familieleden, kwam ik ook de Johan Ferdinand-tak en de Andy-tak op het spoor. De Pieter Marcus-tak kwam als laatste, door alle losse puzzelstukjes tot een logisch geheel te combineren. Deductie en combinatie, mijn waarde Watson.
Maar de oorsprong en de Nederlandse voorvaderen kon ik niet gezeten achter mijn peeceetje vinden. Daarvoor moesten de schoenen gestrikt, de jas dichtgeknoopt, de fiets uit de schuur en op naar verre bestemmingen!
Stukje van de eerste stamboom. Uit het pré-computertijdperk, dus met een dun Rotringpennetje uitgeschreven
Pieter de Poorter
Een poorter is de historische benaming voor een stedeling die het poorterrecht (i.e. het burgerrecht in een bepaalde stad) verworven had. Was je geboren in Amsterdam dan was je automatisch poorter, maar kwam je van buiten dan moest je het zien te worden. Voor het verkrijgen van een dergelijk poorterrecht moest men zich laten registreren bij een magistraat en daarvoor 'een zekere som geld' betalen. En dat was niet misselijk, in de 18e eeuw bedroeg dat bijna een half jaarsalaris van een ambachtsman.
Er was echter ook een goedkopere manier om poorter te worden, en dat was trouwen met een poorter.
In 1741 wordt een koetsier geregistreerd die op de 'goedkope' manier poorter is geworden. Zijn naam is Pieter de Winter, hij is geboren in Josum, althans zoiets lijkt er te staan en hij is getrouwd met Cornelia Huijgen, dochter van Dirk Huijgen.
'Pieter de Winter van Josum, koetsier heeft .... als getrouwd hebbende Cornelia Huijgen, dogter van Dirk Huijgen, schoenmaker en Poorter.'
Nu wil ik geenszins suggereren dat het huwelijk tussen Pieter en Cornelia op iets anders gestoeld zou zijn dan op pure liefde, maar het zal vooral Pieter goed uitgekomen zijn. Door zijn verkregen poortersstatus kan hij toetreden tot het koetsiersgilde.
Er is ook een akte van ondertrouw van dit paar. Cornelia is geboren in Amsterdam, in 1715 en ze wordt vergezeld van haar vader Dirk. Pieter geeft nu aan geboren te zijn in Isen.
Den 6 januari 1741 compareerden als vooren Pieter de Winter van Isen, oud 30 jaar op de Keysersgracht, ouders doot, geass. met Francintje van der Hoeven & Cornelia Huygen van Amsterdam, oud 26 jaar op de Agtergracht (?) ouders doot, geass. met haar nigt Magteld van der Hoeven.
Dit is uiteindelijk (tot nu toe), de oudste vermelding van 'onze' familie de Winter die ik heb gevonden.
Pieter en Cornelia
Het is 1741 als Pieter zich als poorter laat registreren. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bevindt zich in het tweede stadhouderloze tijdperk. De Republiek heeft als politieke en militaire macht definitief afgedaan en de machtige VOC is bezig met een langzame doodsstrijd. In Amsterdam gaat alles echter nog redelijk goed. De handel op de Oostzee en met Frankrijk en Engeland zorgt voor gestage groei en de stad blijft één van de belangrijkste handelssteden van Europa.
Amsterdam had in die tijd dus zeker nog enige aantrekkingskracht. Is dat de reden dat Pieter naar Amsterdam is gekomen? Als hij trouwt zijn zijn ouders niet meer in leven, maar het zou natuurlijk ook zo kunnen zijn dat zijn ouders degenen zijn geweest die de stap hebben gemaakt. Dat zij met een nog jonge Pieter de reis naar Amsterdam hebben gemaakt om daar een nieuw leven te beginnen.
Cornelia is in Amsterdam geboren, (ze is de 5e van 8 kinderen) maar haar vader, Dirk Huijgen, schoenmaker van beroep, komt oorspronkelijk uit Lith in Noord-Brabant. Dus ook de familie Huijgen is 'import'. Ook zij hebben de stap gewaagd en zijn naar Amsterdam getrokken.
Hun komst naar Amsterdam kan economische redenen hebben, maar misschien ook religieuze. Pieter en Cornelia waren beiden katholiek en hoewel de katholieken ook in Amsterdam hun geloof moesten belijden in zg. schuilkerken (het gebouw mocht er van de buitenkant niet als kerk uitzien) stond Amsterdam toch in heel Europa bekend om zijn tolerantie ten opzichte van andere godsdiensten. Wellicht meer dan de plaatsen waar Pieter en Cornelia vandaan kwamen (Lith was in die tijd overwegend protestant).
En hoe hebben ze elkaar leren kennen? We zullen het waarschijnlijk nooit weten. Laten we het houden op een mooie, romantische, variant waar de ongemeen knappe, sympathieke maar oprecht bescheiden Pieter op een mooie dag een rit aanneemt van de aristocratisch aandoende heer Dirk Huijgen samen met zijn elegante, oogverblindende maar een tikje verlegen dochter Cornelia. Steelse blikken en verlegen oogopslagen vliegen heen en weer, enfin, vul de rest maar zelf in.
De herkomst van Pieter
Waar komt Pieter de Winter nu vandaan? Josum en Isen lijken te verwijzen naar twee mogelijke plaatsen in Duitsland. Ze kunnen bijna niet verder uit elkaar liggen. Josum is het huidige Jarssum, een dorpje bij Emden, vlakbij Delfzijl in Nederland, in het noorden van Duitsland. Isen ligt in Beieren, dus in Zuid-Duitsland.
Historisch gezien maakt Jarsum de meeste kans omdat Emden in de tijd van Petrus de Winter een vrije stad was onder bescherming van de Republiek der Nederlanden. Er woonde ook veel Nederlanders, meestens protestanten die gevlucht waren voor de vervolging tijdens de 80-jarige oorlog.
Aan de andere kant, staat er wel Josum? Je kunt er van alles van maken. Er zou ook iets van 'Issem' of zo kunnen staan. Dus tot nader stamboomonderzoek in Duitsland iets oplevert is er niets zeker.
Isen of Josum?
Katholiek
Pieter en Cornelia zijn beiden katholiek, hun kinderen worden gedoopt in katholieke kerken. Meestal in de katholieke schuilkerk 't Boompje in de Kalverstraat. Ook op de aktes van ondertrouw van zijn kinderen staat steevast de aanduiding 'Rooms'. Dat maakt het onderzoek voor mij wel wat eenvoudiger omdat er erg veel De Winters in Amsterdam leefden, het katholieke deel ervan is echter maar klein.
Het nageslacht
Pieter en Cornelia krijgen 7 kinderen:
- Paulus (1741), trouwt met Catharina Coppenhaagen
- Alida (1742), trouwt met Evert Wessels
- Joanna (1744), trouwt met Willem Meij
- Pieter jr. (1745), trouwt met Agnes Labonde
- Gerardus (1747), lot onbekend
- Cornelia (1751), trouwt met Antonius Blanke
- Lambertus (1753), trouwt met Femmetje Haselkamp
Pieter junior
Wij concentreren ons op Pieter junior. Pieter is scheepstimmerman. Hij trouwt in 1772 met Agnes Labonde. Op dat moment woont hij in de Bakkerstraat, dat is waarschijnlijk het ouderlijk huis. Als hij sterft woont hij in de Oostenburgervoorstraat 24. Adressen ten zuidoosten van het centrum dus, in de buurt van de haven.
Zijn vrouw, Agnes Labonde, is de dochter van Jan Labonde en Barbara Meijers, de tweede uit een gezin van 4. Vermeldingen van de familie Labonde voor Jan Labonde zijn er niet wat doet vermoeden dat ze ergens in de 18e eeuw naar Amsterdam gekomen zijn.
Verder is er niet bekend over Pieter en Agnes, behalve dan dat Pieter analfabeet is: de ondertrouwakte is ondertekend met een kruisje.
Pieter de Winter junior van Amsterdam, Rooms oud 27 jaar in de Backerstraat geass. met zijn vader Pieter de Winter & Angenis Labonde van Amsterdam, Rooms, oud 23 jaar op de Raamgracht geass. met haar moeder Barbara Meijer.
Met Agnes Labonde krijgt hij 6 kinderen:
- Barbara (1776)
trouwt met Willem Slooter en krijgt 2 kinderen. Overlijdt jong, op 36-jarige leeftijd. - Joanna (1778)
Blijft ongehuwd. Overlijdt in 1832. - Euphemia (1781)
Trouwt met Christiaan Hammer. Ze krijgt geen kinderen en overlijdt in 1836. - Josephus Petrus (1783)
Behalve geboorte niets van bekend. - Adam Arnoldus (1786)
Onze voorvader - Joanna Elisabeth (1791)
Behalve geboorte niets van bekend
Het feit dat Pieter scheepstimmerman is en zijn vader koetsier wil zeggen dat ze behoorden tot de ambachtslieden. Dat betekende geregeld inkomen en enige sociale bescherming via de gilden waarvan ze waarschijnlijk lid waren ('Scheepstimmerman en Mastenmaakersgilde' voor Pieter). Niet zo arm dus als mijn Joodse voorouders die in dezelfde tijd, een paar straten verder, rond moesten komen van de straathandel en behoorden tot de straatarme onderlaag van Amsterdam. Maar ze zullen het ongetwijfeld niet breed gehad hebben. Het echte geld werd verdiend in de koopmans- en regentenfamilies.
De Indie-connectie
Hoe komen deze De Winters nu in beeld? Wat is de connectie met onze Indische voorvaderen? Welnu, voordat ik begon met dit onderzoek waren er een paar gegevens bekend:
- de oudst bekende De Winter was A.F. de Winter, getrouwd met W.C. Tulleken (waarvan de familielegende zegt dat ze jonkvrouw was…). Ze trouwden in 1857 in Ternate.
- Daarnaast zei de familielegende dat onze voorouders uit Amsterdam kwamen
- Én diezelfde legende vertelde dat er twee broers, twee wezen waren, waarvan de oudste de erfenis verbraste zodat de jongste zijn heil moest zoeken in Indie.
Met die gegevens ging ik op pad. Allereerst naar de SIFA, de Stichting Indisch Familie Archief, een club vrijwilligers die dossiers bijhoudt van Indische families. Het was precies wat je je erbij voorstelt. Ze zaten destijds in Den Haag, op de tweede verdieping van een oud herenhuis, via een krakende smalle trap naar boven, naar twee kamers met stapels ordners, boeken en fotoalbums. En gepensioneerde Indische vrijwilligers die om 11 uur 's ochtends de lemper al opwarmden. Ik voelde me helemaal thuis.
De oogst was echter wat mager, een dun dossiertje met wat verzamelde knipseltjes over diverse De Winters. Enig verband kon ik niet ontdekken. Toch waren dat puzzelstukjes die me later weer verder hebben geholpen.
De volgende stop was het Centraal Bureau voor de Genealogie in Den Haag. Het walhalla van de stamboomonderzoeker. Een zaal vol archieven, boeken, fiches én een redelijke Indische afdeling. Hier vond ik een intrigerende vermelding van ene Adam de Winter die in 1826 op Ternate was getrouwd met ene Gerardina Matheos. Het zou de vader van A.F. de Winter kunnen zijn, maar waar vind je die zekerheid? ...Bij de Mormonen natuurlijk!!
De Mormonen
In Indie was destijds naar goed Nederlands gebruik een uitgebreide burgerlijke stand. Geboorte- huwelijks- en overlijdensregisters waren goed bijgehouden. Uiteraard is er tijdens de Japanse bezetting en de Bersiap-periode daarna wel het een en ander verloren gegaan maar het grootste gedeelte is er nog. Een probleem echter, het ligt nog in Indonesië, de archieven zijn nooit naar Nederland overgebracht.
Maar gelukkig zijn daar de Mormonen. Je kunt hun geloof bekritiseren (de Amerikaanse indianen zijn een gevluchte jodenstam???) maar omdat zij geloven dat iedereen uiteindelijk familie van elkaar is zijn ze begonnen met een enorme databank op te zetten van alle bevolkingsregisters in de wereld. Ook in Indonesië zijn ze geweest en daar hebben ze alle bekende archieven verfilmd. Die films kun je bestellen en inzien in een van hun genealogische centra.
En ging ik enkele middagen op bezoek bij de Kerk van de Heiligen der Laatste dagen in een rustige woonwijk in Amsterdam om daar de twee films van Ternate in te zien. Ook hier gepensioneerde vrijwilligers (waaronder veel Indische mensen), geen lemper maar een bakje thee waar ze ongevraagd 2 cm suiker in hadden gegooid. Ik goot het manmoedig in één keer naar binnen en was de rest van de middag bezig de vullingen weer terug in mijn kiezen te stoppen.
De eerste microfilm die ik daar bekeek was een teleurstelling: het grootste deel was volstrekt onleesbaar. Maar in het leesbare deel vond ik wel de bevestiging van het huwelijk van Adam de Winter en Gerardina Matheos. Daarin stond vermeld dat Adam sergeant was en dat hij geboren was in …Amsterdam! Een stapje dichter bij de oplossing.
Bij een tweede bezoek vond ik de vermelding die ik nodig had. Adam de Winter en Gerardina Matheos krijgen een zoon, geboren op 11-12-1830. Ze noemen hem Adam Franciscus. Dat is dus A.F. de Winter en daarmee is Adam definitief degene aan wie wij ons Indisch bloed te danken hebben, en Gerardina Matheos van Batjan onze Indische stammoeder.
Op den 14e julij 1833 is door mij ondergeteekenden gedoopt het kind genaamd Adams Franciscus, gebooren den 11e november 1830, waarvan zijn Adam Dewinter en Gerardina Matijs, echtelieden en de doopgetuigen de ouders zelven.
Terug naar Amsterdam
De laatste taak was nu om de ouders van Adam te vinden. Er zijn zoals gezegd heel veel De Winters in Amsterdam: maar van wie stammen wij nu af? Ik had gehoopt de zekerheid te krijgen in de militaire archieven, Adam was immers sergeant. Daarvoor moest ik weer in het Nationaal Archief zijn. Dat ligt naast het CBG in Den Haag en is nog veel groter. Helaas heb ik hem daar niet kunnen vinden, waarschijnlijk omdat hij in Indië in dienst is getreden en van die aanmeldingen, uit die periode, is niets bewaard gebleven.
Terug naar Amsterdam dan, kijken of we zijn doopvermelding kunnen vinden. Dat ging gemakkelijker dan ik dacht, er zijn namelijk heel veel De Winters in Amsterdam, maar er is maar één Adam de Winter: Adam Arnoldus, zoon van Pieter de Winter, scheepstimmerman. Dus was het alleen zaak te bekijken of deze Adam ook ónze Adam kon zijn.
Allereerst het belangrijkste: in de archieven is alleen de geboorte van Adam te vinden. In de ondertrouw-, huwelijks- of overlijdensregisters komt hij niet voor. Daardoor is het vrijwel zeker dat hij uit Amsterdam is vertrokken.
Dan de leeftijd. Tijdens zijn huwelijk in 1826 geeft hij op 38 jaar te zijn. Dan komt zijn geboortejaar uit op 1788 of 1787. Hij is geboren in 1786. Een klein verschil, maar je moet daarbij bedenken dat de huwelijken in Indië ‘uit het hoofd’ opgetekend werden. Er werden geen geboorteaktes overhandigd, zijn ouders waren er niet bij dus het zou kunnen dat hij zich een jaartje vergist heeft (of hij wou jonger lijken ten opzichte van zijn 18 jaar jongere bruid…)
Ten slotte de familielegende…de tweede wezen, erfenis, oudste broer etc.
Adam had één broer, Josephus Petrus en die was ouder, dus dat klopt.
De moeder van Adam, Agnes Labonde stierf al in 1804. Kwam er toen een erfenis vrij? Zijn vader was nog leven, die overleed in 1817, Adam was toen 31.
Of er een erfenis was en hoe deze verdeeld is (Adam had ook nog zussen én de tweede vrouw van Pieter de Winter leefde nog) zullen we nooit weten. Het verhaal dat Adam naar Indie is vertrokken omdat zijn broer de erfenis had opgemaakt lijkt niet te kloppen, hij zat toen zijn vader overleed al lang in Indie (waardoor het aannemelijk is dat hij zijn deel van de erfenis nooit gezien heeft).
De conclusie is uiteindelijk niet dat het 100% zeker is dat onze Adam de Winter de zoon is van Pieter de Winter en Agnes Labonde, maar dan toch zeker wel 95%.
Adam in Indië
Adam is in 1803 naar Indië gekomen, dat staat vermeld op een bevolkingsoverzicht uit circa 1838. Hij is dus al op 17-jarige leeftijd naar Indië gekomen.
Het moet een enorme stap geweest zijn voor een 17-jarige jongen om alles wat hij kent te verlaten en naar Indië te vertrekken. Naar alle waarschijnlijkheid heeft hij zijn ouders, zijn broer en zijn zussen nooit meer gezien. In Indië is hij in dienst getreden van het KNIL en als sergeant op Batjan of Ternate terechtgekomen. Heel veel meer mogelijkheden had hij niet in de strikt hierarchische Indische samenleving van die tijd. Zonder familiebanden of connecties kwam je moeilijk aan de slag.
Ternate rond 1720
Op Ternate is hij in 1826 getrouwd en gaan wonen. Hij is in ieder geval 52 jaar geworden want met die leeftijd staat hij op het bevolkingsoverzicht van Ternate.
In 1830 krijgt hij zijn zoon, Adam Franciscus. Mogelijk is Euphemia (Femmie) Geertruida de Winter ook een kind van Adam. Zij verschijnt op een gegeven moment ook op de bevolkingsoverzichten van Ternate. Gezien haar leeftijd en het feit dat er in die tijd maar één familie de Winter op Ternate woont heb ik haar tot nader bewijs maar liefdevol geadopteerd in onze stamboom. Een extra aanwijzing zou kunnen zijn dat Euphemia ook de naam is van een zus van Adam.
Gerardina Matheos
Wat weten we van Gerardina Matheos? Eigenlijk vrijwel niets. Ik heb haar omschreven als onze Indische stammoeder maar zelfs dat is niet helemaal zeker. Toch kunnen we wel wat conclusies trekken uit haar naam.
Haar achternaam, Matheos, is Portugees. (Later wordt het ook wel vernederlandst tot 'Matthijs'). Ze zou een volbloed Portugese kunnen zijn maar dat is niet waarschijnlijk. De Portugezen waren al 2 eeuwen uit Ternate vertrokken. Ze zou een volbloed Batjanese kunnen zijn die bij haar huwelijk een Europese naam heeft aangenomen. Kan, maar waarom dan kiezen voor Matheos en niet een Nederlandse naam? De meest waarschijnlijke versie is dat ze uit een familie van gemengd bloed komt die zijn oorsprong kent in de Portugese tijd. Wellicht dus een paar procentjes Portugees bloed, wat Noord-Moluks (Batjan, Ternate), misschien wat Nederlands, wie zal het zeggen. De kans dat we daar nog achter komen is vrijwel nihil.
Jonkvrouw Tulleken
De zoon van Adam, Adam Franciscus (Frans), trouwt met W.C. Tulleken. Een interessante dame, die W.C., alleen al omdat het me maar niet lukt om achter de betekenis van die initialen te komen.
Deze W.C. Tulleken zou een heuse jonkvrouw zijn. Dat verhaal hoorde ik het eerst van mijn oma, maar later ook uit de andere de Winter-takken. Ook hier heb ik onderzoek naar gedaan.
Allereerst bleek er inderdaad een adellijke familie Tulleken te zijn. Ze komen voor in de adelboeken en er is ook een uitgebreide stamboom van gepubliceerd. Enkele Tullekens zijn ook in Indië terechtgekomen. Maar juist omdat de familie zo uitgebreid is gedocumenteerd kan ik met redelijke zekerheid zeggen dat onze W.C. niet tot de adellijke familie behoort, er is simpelweg niemand in die familie die dat zou kunnen zijn.
Tijdens de bestudering van de microfilms van Ternate kwam ik echter op een veel aannemelijkere herkomst. Ik vond een document van een afgesloten huwelijk op Batjan waarbij een sergeant van het leger aldaar optrad als plaatsvervangend functionaris van de burgerlijke stand. Die sergeant heette Willem Tulleken.
Nader onderzoek leverde op dat hij geboren was in Amsterdam (!), op Ternate getrouwd is met ene Catharina Wonkar en een aantal dochters gekregen heeft. Ik heb er drie gevonden: Anna Maria uit 1824, Letje Meijntje uit 1827 en Petronella uit 1833. Geen W.C. dus, maar zoals al gezegd, de geboorteregisters uit die jaren zijn niet compleet. Er ontbreken hele jaren en veel pagina's en namen zijn onleesbaar.
Dat ze dus nog een dochter hebben gehad met de initialen W.C. (genoemd naar de ouders Willem en Catharina?) die uiteindelijk getrouwd is met A.F., zoon van zijn collega Adam de Winter is op z'n minst plausibel.
Maar geen absolute zekerheid dus. Het zou kunnen dat er ooit nog eens een advocaat belt, op zoek naar de laatste erfgenamen van de Tullekens die het reusachtige familiefortuin en de uitgestrekte landgoeden moeten gaan beheren...
De nakomelingen
Inmiddels bestaat er een grote stamboom van de De Winters. We hebben de Dehard-tak, de Alexander-tak, de Andy-tak en de Mien-tak. Dat zijn allemaal afstammelingen van Johan Alexander Marten de Winter, zoon van Frans de Winter.
Frans de Winter en W.C. Tulleken kregen de volgende kinderen:
1858 Mietje Sofia
1860 Johannes Alexander Martin (onze gemeenschappelijke voorvader)
1862 Hendrik Frederik
1865 Anna Geertruida
1869 Louisa Frederika Carolina
En met een onbekende vrouw:
1876 Pieter Marcus
1878 Frederika Agnetta
In 1895 is er een uitgave van de Rijksalmanakken waar alle De Winters van Batjan (ook de vrouwen, wat ongebruikelijk is) instaan:
A.F de Winter Adam Franciscus
A.G. de Winter Anna Geertruida
J.C. de Winter Johanna Carolina ?
F.A. de Winter Frederika Agnetta
P.M. de Winter Pieter Marcus
J.C. de Winter zou Johanna Carolina kunnen zijn, iemand waarvan ik alleen de vermelding heb dat ze in 1907 is overleden. Zij zou een dochter kunnen zijn maar ook zijn tweede vrouw.
In dat jaar was Johannes Alexander Martin de Winter al naar Menado verhuisd en was Mietje Sofia inmiddels getrouwd met Herman Ginzel. Van Hendrik Frederik ontbreekt verder ieder spoor.
Johannes Alexander Martin
Johannes Alexander Martin is de eerste De Winter waarover we informatie uit de eerste hand kunnen opvragen. Fien de Winter, van de Andie-tak heeft hem nog meegemaakt, ze heeft als jong kind samen met haar zus enige tijd in zijn huishouden doorgebracht. Hij schijnt vreselijk streng te zijn geweest (een echte Indo dus). Een kleurrijke man, Martin, op latere leeftijd opa Enteh genoemd. Tante Vonnie uit Lopana vertelde me het verhaal dat hij, als hij een aantrekkelijke vrouw tegenkwam, zijn imposante snor opdraaide en eenvoudigweg zei: "Wil je?".
Hij heeft in ieder geval de familie welgesteldheid gebracht. In veel gevallen staat als beroep vermeld 'zaakwaarnemer'. Hij schijnt vooral Chinezen te hebben vertegenwoordigd in conflicten met de lokale overheid en daar veel geld mee hebben verdiend. Ook was hij redacteur van de Menado Post. Hij trouwde drie keer:
Met Dorothea Christina Sijmons. Bij haar kreeg hij een zoon, Johan Ferdinand, de stamvader van de Johan Ferdinand-tak.
Met Aaltje Elizabeth Cornelisz. Met haar krijgt hij 3 kinderen. Frederik Maurits Alexander (Alexander-tak), Andries Josephus (Andie-tak) en Wilhelmina Elizabeth (Mien-tak).
Met Jo Pattinama. Met haar krijgt hij geen kinderen.
Pieter Marcus
Een recent ontdekte loot aan de De Winterstamboom is de Pieter Marcus-tak. Pieter Marcus of Pieter Maarten zoals hij ook wel vermeld wordt is geboren op 29-3-1876 in Batjan. Hij is een zoon van Frans de Winter en zijn tweede vrouw. Hij trouwde met A.J.G. Morpey, verhuisde naar Poerwokerto en kreeg de volgende kinderen:
Anna Geertruida de Winter 4 mei 1905
Peter Johnny Max de Winter 7 juni 1906
George de Winter 4 mei 1907
Jan Martin de Winter 9 september 1909
Anna Jansje de Winter 27 juni 1908
Van zijn oudste dochter Anna Geertruida, is bekend dat ze trouwde met een meneer Ginzel en op 29 februari 1951 naar Nederland kwam. Ze had 1 zoon: Alphons Theodore Ginzel, deze bleef kinderloos. Moeder en zoon hebben in Veenendaal gewoond en zijn daar ook overleden.
Peter Johnny Maximiliaan de Winter is naar Nederland gekomen met vrouw, 4 zoons en 2 dochters.
Jan Martin kwam ook naar Nederland met vrouw Jeanne Meulenaar. Of hij kinderen had is niet bekend.
En tot slot Anna Jansje. Zij trouwde met Andries Josephus de Winter. Jazeker, Andy van de Andy-tak. Hij hertrouwde na zijn eerste huwelijk.
Een Hollandse tak?
Het is ook nog mogelijk dat er Hollandse nakomelingen van stamvader Pieter (de poorter) de Winter zijn. Althans, nakomelingen zijn er zeker, daarvoor heeft hij nageslacht genoeg voortgebracht, maar zijn er nog die de naam De Winter dragen? Er zijn enkele mannelijke kandidaten die nog nader uitgezocht moeten worden:
Josephus Petrus de Winter: De broer van Adam. Ik heb nog niets van
hem kunnen vinden.
Hendrik de Winter: Zoon van Adams neef Pieter de Winter,
van de generatie van Frans
de Winter
Nicolaus de Winter: Neef van Adam
Fredericus de Winter: Neef van Adam
Wilhelmus de Winter: Neef van Adam