De drie

De drieDe drie

HOOFDSTUK I.

DE DRIE.

In een climax van groen strekten zich de jonge sawahs uit, tot ze stuitten op de donkere boskring, die in de verte een scherp waarneembare grens vormde tussen de vlakte en de massale bergenrijen .
De lucht was blauwer dan blauw en de vroege zon had goud gelegd over al het groen en over al het blauwe , over al de kleuren rondom. Fris was de morgen, zuiver de atmosfeer , weldadig was de rust, die er heerste op dit vroege ochtenduur...
Zo'n genot was 't, vroeg op te zijn, dacht Vido, terwijl ze stond op de berm van de weg.
't Gebeurde haar in de laatste tijd niet vaak, 's Zondags vooral niet. Je kwam er zo moeilijk toe, je op Zondagmorgen te haasten en vlug klaar te zijn, en een fietstocht te gaan maken, voor er nog iemand op was in huis.
't Was juist zo heerlijk, om eens alles op je gemak te kunnen doen, in 't rustige besef dat geen school je wachtte en er een zee van tijd voor je lag.
Maar vandaag !
Zoals 't mooie weer haar getrokken had naar buiten toe ... En zo heerlijk als 't toch was ... ! Die stilte hbier , die prachtige, brede, goudgroenblauwe stilte. De rust, die er uitging van de wijdgestrekte sawahterrassen, met 't wisselende groen , van

6 DE DRIE.

de verre, roerloze bergrand ... van de smalle, rechte weg, die ze gekomen was, met de schaduwbomen, die zich er langs reiden, op gelijke afstand van elkaar...
Een verkwikking was 't, hier te zijn.
Vido's ogen glansden en er was een trilling in haar diepe zucht van behagen
Ze ging op de berm zitten, — een fijn meisjesfiguurtje in de lichte, bontgebloemde jurk en met de donkere krullen in haar nek en langs het smalle snuitje ... De grote zonnehoed naast haar in 't gras. De fiets achteloos tegen een boom als een vergeten iets.
Ze zong zachtjes voor zich heen, — keek met tevreden, blije ogen voor zich uit en om zich...
Alles was zo mooi en stemde haar zo gelukkig. Ze voelde een bereidheid in zich om alles te bewonderen met een gretig en open hart.
"Ben jij ook al zo matineus?" zei ze tegen een glanzende libel, die plotseling voor haar ogen danste in sierlijke wendingen.
Ten antwoord zweefde de libel met bevallige draaiingen van 't ranke insectenlichaam ver de sawah over, tot hij uit 't zicht was.
"Dot!" zei Vido teder. En ineens dacht ze aan Ellen. Wat die haar weer zou uitlachen en honen! Honen met haar blik, haar schaterlach, haar stem, haar woorden Zoals zij dat alleen kon! En nooit naliet, als zich eens de gelegenheid voordeed. Om dan later weer half teder, half spottend te zeggen: "Maar je bent toch een schat, Vidolijntje, al doe je soms ook dwaas."
Vido glimlachte.

Was 't zo niet altijd geweest? Ellen, de oudere, de wijzere, de durvende — met haar uitdagende, niets ontziende lach en haar immer-gerede spot voor alles dat naar sentimentaliteit zweemde.
En Inge ... 2 jaar jonger toch was ze, maar had

DE DRIE. 7

zelfs Inge niet vaak een ironische lach en een woord van spottende critiek klaar, als zij, Vido, zich op de een of andere wijze liet gaan?
Soms kon ze zich wel eens gekwetst voelen, vooral door Ellens onbeheerste uitvallen. Scherp en hard kon Ellen zijn...
Doch meestal ook was 't meteen weer: "Ween maar niet, hoor Vidolijntje, je bent toch een best kind."
Vido glimlachte plotseling fijntjes. Ellen, noch Inge kon immers haar ontstemming verdragen — Elkaar konden ze soms in de haren zitten, elkaar waarheden als koeien toeschreeuwen, elkaar zelfs volkomen negeren voor een uur of wat, maar haar, Vido, hadden ze allebei nodig, haar konden ze toch geen van beiden missen.
En de plotselinge klaarheid van dit besef bracht een lach in de donkere ogen, zo stralend als de stralende zon zelf.

't Was acht uur toen ze Ellens kamer binnentrad.
Even bleef ze voor 't bed staan, keek neer op het blonde hoofd, dat diep in de kussens gedrukt lag. Zo blond en flossig was dat haar! Hoe had ze vroeger niet gehunkerd naar "ook zulk haar", toen ze klein was. Want zelf had ze de donkere krullen van moeder. — Ze was de enige van de drie, die op moeder leek. Ook Inge was blond, als Ellen.
Natuurlijk sliep Ellen nog. Kon 't ook anders! 't Was Zondag immers, en uitslapen
Maar: ... "Als je morgen niet zorgt, dat ik om kwart over acht op ben, dan moet je zien, wat er met je gebeurt!" had ze de vorige avond gedreigd. "Ik moet nog naar Lembang ook — Dus moet ik vroeg op, wil ik voor tweeen klaar zijn."
Ellen, die in Cheribon haar opvoedkundig talent ten toon spreidde, doch elk week-end in Bandoeng

8 DE DRIE.

zat, moest om twee uur weer met de autobus terug. En elke week was er weer 't zelfde jachten en haasten en op 't nippertje zijn. Of to last Wat
nog niets betekende, want dan bleef ze doodeenvoudig tot een uur of acht 's avonds en nam een auto. "Dat kost me weer een hap uit m'n financial," was dan de gewone verzuchting, terwijl ze vader de rekening liet betalen Ja, zo was Ellen.

En was 't ook niet vaak voorgekomen, dat er 's Zondagsavonds nog de een of andere belangrijke feestelijkheid was, die ze moest en zou meemaken en dat ze pas 's Maandagsmorgens om vier uur in de vroegte per tax vertrok? Maar daar bleef vader onkundig van.

Dan was er een lichte beweging in de kussens. "Ellen!" riep Vido. "'t Is al laat!"
Als enig antwoord werd 't hoofd nog dieper weggedrukt.
"Ellen!" Vido schudde haar. Ze streek behoedzaam de blonde krullen weg, keerde 't weggedoken gezicht naar boven...
"Schei toch uit!" snauwde Ellen met een nijdig
wegduwen van Vido's welwillende handen ga weg."
"'t Is half negen." Bedaard en beslist trok Vido de deken weg — schudde haar nog eens flink. Ellen trapte naar haar ... Maar Vido was al bij
't raam — gooide de jaloezieen open ...
Ineens was 't dag in de kamer

"Vido!" gilde Ellen met boze, slaperige ogen — knippend tegen 't plotselinge licht.
"Toe, sta op!" zei Vido alleen, "'t is al negen uur. Rob heeft al driemaal opgebeld, of je haast klaar was."
"Nee!!" kreet Ellen en zat meteen rechtop in bed.
Rob was "een van de vele," zei Inge ... "Nee, de laatste sinds enkele maanden," verbeterde Ellen

DE DRIE. 9

dan ... en ze zouden samen naar Lembang rijden Voor een ontbijt in 't Grand Hotel, heerlijk na zo'n rit.
"Om negen uur kom ik je halen," had hij gezegd, "en dan moet je klaar zijn, Ellen!"
Ze had hem gehoond en getart: "Ik zal klaar zijn, wanneer ik klaar ben, Robbie, m'n jongen. En anders zoek je maar iemand anders om mee uit ontbijten te gaan."
Heel beslist — o, hij had een harde kop!! had hij direct gezegd: "All right, laten we dat dan voor afgesproken houden. Als jij dus om negen uur niet present bent, vraag ik een ander mee."

En Ellen, hoewel ze uitdagend gelachen had, had meteen bij zichzelf gezworen, dat ze klokslag negen klaar zou zijn. Want ze wist 't, Rob zou in staat zijn, louter uit ergernis en koppige dwarsheid, naar Gloria Voorman te rijden en die mee te vragen. Juist Gloria. Met opzet Gloria! Wist hij niet, hoe ze Gloria haatte!
En de hele rit door zou hij zich dol ergeren aan haar geaffecteerd gedoe, doch tevens zou hij daarnaast 't voldane gevoel hebben van haar, Ellen, een lesje te hebben gegeven. En ze gunde 't hem niet ... die voldoening ... En Gloria de rit niet, met hem — naast hem ...
Daarom vroeg ze nog eens gejaagd: "Heeft Rob werkelijk al opgebeld? Wanneer?"
"Welnee!" zei Vido rustig, "en 't is ook pas acht uur. Als je nu maar voortmaakt."
Ze was de kamer al uit.
"Vido!! Draak!" gilde Ellen haar achterna. Even kwam Vido's donkere hoofd nog om de deur.
"Hou je een beetje koest, zeg! Mams slaapt nog." "Best!!" lachte Ellen zorgeloos. En dan: "Hoe laat is moeder thuisgekomen? Later dan ik nog?" "Weet ik niet. 'k Heb jou evenmin gehoord." De deur sloot zich weer onhoorbaar.

10 DE DRIE.

Voor de spiegel rekte Ellen zich uit.
Hoog strekten zich de blanke meisjesarmen.
Ze boog 't lenige, ranke lichaam — voorover — achterover — een paar keer achter elkaar... Ze wrong zich in de grilligste bochten. De gewone Miiller-oefeningen, die ze trouw elke morgen volbracht. Zo perste ze de laatste sporen van slaap en
loomheid uit haar leden, placht ze te verzekeren aan Inge, die smaalde: "Je lijkt wel geschift." Dan trad ze voor de spiegel, bekeek zich kritisch. Had ze haar beau-jour wel? Die kringen onder haar ogen 0, maar die zouden straks met een
weinigje poeder wel weg te werken zijn. Ze zag wel een beetje vaal ... En o, jasses, was dat een sproet, die ze boven op haar neus had ...
Ze had toch nooit sproeten...

Enfin voor de rest ... Ze ging een stap achteruit — trok de kimono wat strakker om zich keek nog eens keurend
"Hm," zei ze dan hardop, "'t kan er mee door."
En vergetend Vido's vermaning, barstte ze los, terwijl ze op klepperende slofjes de kamer uitliep: "Roll up your carpet and roll up your chairs ..."
"Hoor dat lamme kind nou toch weer!" zei Inge geergerd, "aanstonds vliegt mams op en dan heb je 't lieve Leven gaande."
Doch Ellen zweeg al ... en 't geroffel van de sloff en verstierf
Vido, die bezorgd naar de deur gekeken had, luisterend, of ze niet plotseling moeders driftige stem zou Koren, herademde zichtbaar, toen alles rustig bleef.
"He, gelukkig!" zuchtte ze, "ik heb 'r nog zo gewaarschuwd ..."
"Stommerd!" smaalde Inge, "dat is immers aan Ellen toch verspild. Je moest 'r toch wel kennen, zo langzamerhand ..."

DE DRIE. 11

Vido ging er wijselijk niet op door ...
"Toe Inge, sta nou op."
"Opstaan?" Inges ogen werden rond van verbazing. "Waarom in vredesnaam? Ik denk er niet aan. Je leest 't prettigst in bed."
En ze wilde zich weer verdiepen in het boek, dat op een kussen lag. Doch Vido had 't al weggenomen.
"O, 't Taaie Ongerief". Leuk, he? Vin' je 't niet enig?"
"'t Is denderend!! Theo Thijssen schrijft altijd wel geestig, he? — Maar geef nou hier, Vido en ga nu eindelijk eens weg. Wat kom je toch eigenlijk doen!"
"Ik ga al!" knikte Vido lachend, "kom je gauw?" "Mijn boek!" gilde Inge haar achterna.
Vido was al bij de deur. Ze legde de vinger op de lippen en guitig was haar blik: "Sst, blèr niet zo! Denk aan mams."
En de deur sloot zich achter haar.

Inge was schaterend uit bed gesprongen: een kwiek figuurtje in de staalblauwe pyjama en 't wilde, flossigblonde krulhaar.
"Dierage!" riep ze tegen de dichte deur.
Zo lollig als Vido kijken kon, soms. Zo met die ondeugende ogen en die kuiltjes bij haar mondhoeken.
Ze greep een handdoek, rukte de deur open en liep naar de badkamer , voor moeders kamerdeur haar stappen dempend.
Ellen schoot juist in haar slofjes, fluitend de laatste talkie-hit.
"Moest je alweer kabaal maken in de vroege ochtend?" vroeg Inge misprijzend.
"Ik? Kabaal?" Dodelijk verwonderd keken de mooie ogen.
"Flirt-ogen," dacht Inge, en ze zei: "Ja natuurlijk.

12 DE DRIE.

Dat onwijze gebulk. Als mams wakker geworden was !"
"O, maar mams zou niet wakker zijn geworden," stelde Ellen haar gerust, "als ze om vijf uur 's morgens thuiskomt, dan wordt ze om acht uur niet wakker van een onschuldig liedje. Dat doet geen mens."

"Vijf uur?" Inge keek even peinzend. Dan vroeg ze: "En jij?"
"Ook zo-iets. Weet ik 't — Dawn was breaking, dat zag ik wel."
"Was 't leuk?"
"Ojee-ja! De soos was stomvervelend. Daar zijn we dan ook met bekwame spoed weer uitgehold. Maar Homann was bijzonder gezellig. Daar hebben we gedanst en gedineerd tot half een. En daarna Palais Royal ... nee, daar hing een stemming ... Waarom zijn jullie er ook niet geweest?"

"Och ..." Inge haalde de schouders op. "Ik had best zin gehad. Maar Vido was moe. Die wou na de bioscoop meteen naar huis en ik vond 't lam, om haar in de steek te laten en er alleen met Max op uit te gaan. Bertus had 'r natuurlijk graag naar huis gereden, maar je weet, hoe ze over hem denkt. Ze was spinnig geweest, als ik haar met Bertus alleen had gelaten ..."
"Vidolijntje en spinnig ..." zei Ellen. "Die arme Prince Charming." Ze schaterde opeens. "En ben jij toen edelmoedig de liefdevolle zuster gaan spelen? Hemel, Inge, als Vido dat gesnapt had, zou ze nog veel meer de dood in gehad hebben."
"Och, stommerd!" snauwde Inge plotseling, die niet verdragen kon, 't mikpunt van Ellens spot te zijn. En de deur van de badkamer viel met een smak dicht.
Ellen lachte nog eens en rende toen naar binnen, uit volle borst galmend.
Vido, in de hangmat in de tuin, vlak onder 't

DE DRIE. 13

raam van Ellens kamer, keek op van "'t Taaie Ongerief", bezorgdheid in haar blik.
O, Ellen, die dacht natuurlijk nergens weer aan.
... En moeder, die sliep. Als daar maar weer geen scene van kwam. Zou dan de hele mooie Zondag bedorven moeten worden?
Maar binnen bleef alles rustig. Ook Ellen staakte weer haar uitbundig gezang en heel zachtjes klonk nog haar geneurie: "Wenn die Geranien bliih'n auf meinem Balkon ..."
En met een zucht van verlichting boog Vido zich weer over 't boek.

"Is vader al weg?" kwam even later Ellens vraag uit 't raam. Vido blikte omhoog. Ellens mooie, blonde kopje vanonder het pikante donkerbruine hoedje. De geestige jurk in bruin en tango. Rob zou weer weg zijn, bedacht Vido. En Ellen, als ze dat merkte — en natuurlijk zou ze 't merken! Ellen zou weer raadselachtiger zijn dan ooit.
Tarten uitlokken uitdagend doen en koel terughoudend ... met grote onschuldige ogen en een triomphantelijk lachje om een guitige mond ... En ook Rob zou weer niet weten, wat hij eigenlijk aan haar had.

Ofschoon — Vido glimlachte even. Rob scheen toch wel kijk op Ellen te hebben. De manier, waarop hij met haar omsprong ... En de wijze, waarop Ellen soms reageerde. Nee — ze leken wel aan elkander gewaagd.
"Natuurlijk is vader al weg!" antwoordde ze. "Vanmorgen is er een telefoontje geweest. Er moest een baby komen. Vader heeft ternauwernood tijd gehad voor een fatsoenlijk ontbijt."
"Die idiote patienten ook," viel Ellen uit, geergerd.
"Toe nou," zei Vido.
"Nu ja, maar is 't dan ook geen schandaal, dat ze vader zelfs op Zondag uit z'n bed halen!? Andere doktoren staan toch óók niet altijd klaar voor iedereen."

14 DE DRIE.

"Erg genoeg," vond Vido, "he, wees nou asjeblieft een beetje redelijk, Ellen. Net of die mensen zelf de komst van de baby op dat tijdstip hebben vastgesteld !"
"Och, gezanik." 't Venster wend dichtgesmakt. Vido hees zich uit de hangmat.
Ze liep 't huis binnen, naar Ellens kamer.
Ellen stond voor een open kast — haar beursje in de hand.
"O, is 't alweer zo-ver!" lachte Vido. "Had je daarom vader nodig?"
"Ja, natuurlijk. 'k Heb nog maar vier gulden en daar moet ik de bus vanmiddag ook nog van betalen. En ik wou zo graag een nieuw tasje kopen. Zo'n lollig ding bij "de Zon". Uitverkoop — vijf gulden maar!"
"O, die heb ik wel voor je."
"Heus? 0, Vidolijntje — geef ze dan gauw! Als ik 't niet vergeet, krijg je ze wel eens terug. Anders vraag je 't maar aan pipa."
Ze liep met Vido mee naar de andere kamer.
"Je bent een schat, Vidolijntje."
En toen hoorden ze Rob 't erf oprijden — Ze hoorden 't dichtklappen van 't portier — En zijn haastige stappen over 't grint.
Ellen repte zich volstrekt niet.
Ze hoorden in de tuin zijn vroolijke stem, zijn schaterlach — en Inges hoge stem, die verontwaardigd klonk.
"Toe, schiet nou wat op!" spoorde Vido aan, toen Ellen voor de spiegel zowaar haar hoedje afzette en bedachtzaam haar coiffure nog eens begon in orde to maken Ze greep nog eens een poederdonsje
"Waarom!! Hij zal niet sterven van een beetje geduld ..." En nu hij er eenmaal is, zal hij niet meer weggaan, wist ze tevreden.

DE DRIE. 15

"Zit m'n dop goed, Vido, — kijk 's! — 0 jasses! — een gaatje in m'n kous ... Nee, zo ga ik niet uit. Even een ander paar aandoen."
"Je doet 't er om," verweet Vido.
"He? Hoe kom je er bij. En al deed ik 't er om! Rob kan best wachten."
Maar Vido, die nooit iemand zou kunnen laten wachten, ging naar buiten.
"Dag Vidolijntje," zei Rob, "wat zie jij er tevreden uit vanochtend."
"Ik voel me ook zo tevreden," lachte Vido, hem aankijkend met zon in haar klare, blije ogen.
Rob moest haar even over 't hoofd strijken. Zoals ze kijken kon met die mooie, wonderlijke ogen zo fijn als dat snuitje was ... helemaal was 't zo'n fijn kindje
Voelde hij niet altijd een haast vaderlijke tederheid in zich, als hij haar zag — haar zangerige stem hoorde: "Dag, Rob."

"Ellen al op?" vroeg hij.
"Nee, nog lang niet," lachte ze guitig, "zou je maar niet gaan, Rob, en een ander meevragen? Gloria bijvoorbeeld — de glorieuze Gloria."
Hij trok zachtjes aan haar glanzende krullen.
"Nu jij me gezelschap bent komen houden, blijf ik liever. Anders zou ik 't vast en zeker doen."
"Och kom!" Even spottend keken de donkere ogen. "Wat zou je me dan ijselijk tegenvallen, Rob." "Zo, werkelijk?"
"Ja, vast." Ze miste ineens Inge.
"Was Inge hier zonet niet?"
"Ja, inderdaad. Ze gunde me vijf seconden. En toen is ze toornig weggehold, omdat ik zei, dat ze op een rozige rozenbottel leek, zo fris. Aha, daar is Her Royal Highness. Eindelijk! Dag Ellend!!"
Ellen sprong de stoep af.
"Dag! Ben je er al, Robbie? En ben ik niet stipt op tijd?"

16 DE DRIE.

Een plaatje was ze — een wondermooi plaatje.
Vido zag zich ineens totaal vergeten Ze lachte geamuseerd. Rob — de sterke... Hoe was ook hij als was in Ellens kleine handen ... Hoe keek ook hij haar naar de mooie, dwingende ogen
Ook hij. Zelfs hij als al de anderen
"Op tijd?! Kind — ik wacht al een uur!! Ik was juist van plan, naar Gloria to rijden."
"He — en ik hield je nog wel zo lief gezelschap," plaagde fijntjes Vido "Ondankbare
man!"
Hij lachte woelde haar krullen dooreen.
"Sorry, hoor Vidolijntje."
Maar Ellen — haar grote, kinderlijke vraagogen keken effen en onverschillig — zei: "Je kunt toch nog gaan, lieveling!? Ja, waarom ben je dan eigenlijk niet gegaan, Robbie — m'n jongen?"
Maar reeds voelde ze zijn hand op haar mond. En z'n arm door de hare voerde haar mee "Jij — Ellend!" dreigde hij.
"Please Robbie ... je kreukt me! Wat doe je onbeheerst vanmorgen ..."
Heel rustig, koel bijna, was haar stem. En effen stond haar gezichtje. Maar onder de neergeslagen wimpers lachten de triomphantelijke ogen.
,,Heks!" dacht Rob, "kleine, lieve, geraffineerde heks!"
Hij klikte even z'n tanden opeen. Plots voelde hij de blanke hand op z'n mouw.
De vleiende blik van de mooie, mooie ogen "Robbie — mag ik rijden?"
Hij pakte haar vingers. Hij voelde, hoe ze alles van hem gedaan kon krijgen, als ze zo keek. Als ze maar altijd zo keek...
"Just a slave you can make me," zei hij, terwijl ze startte.
En 't antwoord, dat hem weer totaal in verwarring bracht: "Yes, I know ..."

DE DRIE. 17

Voor 't huis — vergeten — stond Vido, met een peinzende blik in haar ogen en een heel klein spotlachje om de fijne mond.
"Mannen," dacht ze wijs en bezadigd, "het sterke geslacht ..." En geamuseerdheid verscheen weer in haar blik, terwijl ze de rode two-seater natuurde, die langzaam uit 't zicht verdween.