Waarom dit een Helenataart heet weet ik niet. Helena ken ik niet en het is geen taart maar een koek. Het komt uit een oud boek uit de serie 'Weten & doen' 'Gebak zelf maken'. Het valt inmiddels uit elkaar maar er staan toprecepten in, mijn eeuwige dank aan schrijfsters Wil en Netty Engels-Geurts.

Doe de bloem in een kom en gooi het pakje boter erbij. Snij de boter met twee messen in kleine stukjes fijn. Probeer er kleine stukjes van te maken, daar heb je later profijt van. Roer de eieren door het deeg (jaja, zonder de schalen) en voeg de suiker en de specerijen toe. Ik gebruik meestal een donkere basterdsuiker gemengd met palmsuiker, dat past beter bij de specerijen. Hak de abrikozen fijn en voeg toe. (Je kunt natuurlijk ook rozijnen, krenten en noten gebruiken).

Maak er nu een deeg/beslag van. Hoe, dat hangt van het jaargetijde af. In de zomer, als het erg warm is kun je meestal wel roeren hoewel het erg dik is. In de winter moet je met je handen in de kom en dat is een onvergetelijke ervaring. Zelden zo iets kleverigs meegemaakt.

Als het goed gemengd is doe je het in een vorm van ongeveer 25 cm doorsnee. Was je handen en voel hoe zacht je handen zijn. Jazeker, je hebt een week geen handcreme meer nodig.

Bakken op 180 graden, 50 minuten lang. Een lekker stevige en kruidige koek.