7. Jelle Hoogland

Het gezin Siebren Annes groeit op. Oudste zoon Anne overlijdt helaas jong, op 10-jarige leeftijd. Oudste dochter Siebrig start wel een gezin, ze trouwt met Atze Samplonius en gaat in de gemeente Gaasterland wonen.

Feike Hoogland trouwt met Lijsbeth de Jong en krijgt 4 kinderen, drie meisjes (Fim, Antje en Siebrigje) en een zoon, Hendrik. Of deze zoon nog voor Hoogland-nakomelingen heeft gezorgd is niet bekend.

Zoon Anne trouwt met Rinkje Visser en krijgt 7 kinderen waarvan 3 zoons: Hotze, Siebren en Gerrit. Verdere gegevens zijn niet bekend maar de kans is groot dat van de (talrijke) huidige Hoogland-families in zuid-Friesland een gedeelte afstamt van Anne.

Dat geldt niet voor jongste zoon Jolle. Jolle trouwt met Beeuw van der Meer en krijgt ook 7 kinderen waaronder 4 zoons. De meeste van zijn kinderen sterven echter jong. Zoon Wouter trouwt met Folkje Bosgra maar ook zijn kinderen (twee keer Okke) sterven nog in het jaar van geboorte.

Benieuwd hoe het deze Jolle verder vergaan is? Lees het verhaal van Jolle, door de achterkleindochter van Jolle.

Maar dan oudste zoon (na het overlijden van Anne-1) Jelle. Jelle trouwt met de charmante en oprecht bescheiden Jeltje Schoutema. Jeltje is geboren in Woudsend als dochter van Johannes Jelle Schoutema en Roelofke Roukes Bakker.
Na hun huwelijk gaan ze ook in Woudsend wonen waar Jelle als kuiper werkzaam is. Het is misschien overbodig te vermelden maar Jelle was niet zomaar een kuiper, hij was de Denghiz Khan onder de kuipers. Als er een ton of tobbe gemaakt moest worden dan was Jelle de man.

Guido Gezelle schreef het volgende gedicht en het kan niet anders of hij was geïnspireerd door de kuiper der kuipers, de oprecht bescheiden Jelle uit Woudsend.

De duigen zijn gedwongen
Te staan in enen kring
Door handen saamgedrongen
Heeft hun verzet geen zin.

De koppen bij elkaar gestoken
de ruggen krom onder den band
Zo wordt hun verzet gebroken
Den kuiper krijgt 't in de hand

Van heinde en verre stroomden de opdrachten binnen. Tonnen, emmers, kuipen en tobbes voor alle rangen en standen. We kunnen wel stellen dat als er vandaag de dag nog een fraai gevormde, oerdegelijke regenton zijn werk staat te doen in Friesland, maar ook daarbuiten, de kans groot is dat Jelle deze eigenhandig in zijn kuiperswerkplaats vervaardigd heeft. Er gaan zelf geruchten dat ook De Kuip in Rotterdam...maar laten we niet op geruchten ingaan.

Jeltje en Jelle Hoogland, met dochter Roelofke

Jelle oefende zijn kuiperswerk enige jaren uit in Woudsend, waar oudste zoon Johannes in 1871, en de tweede en derde zoon Siebren (1873) en Rouke (1876) geboren worden. Johannes is vernoemd naar de vader van Jeltje Schoutema. Siebren naar de vader van Jelle en Rouke naar de opa van Jeltje Schoutema.
Daarna verhuist Jelle naar Sneek waar nog een zoon, Fimme (1879, vernoemd naar de moeder van Jelle) geboren wordt.

In Sneek krijgt hij nog twee zoons. Roelof wordt geboren in 1881, maar overlijdt nog in dat jaar. Een tweede Roelof wordt geboren in 1884 maar overlijdt ook jong, in 1887. Dan wordt in 1888 het laatste kind, een dochter dit keer, geboren. Zij krijgt de naam Roelofke, maar wordt Roes genoemd. Roelof en Roelofke zijn vernoemingen naar de moeder van Jeltje Schoutema.

Roeli Hoogland, een dochter van Sybren schrijft in haar fotoboek over Opa en Beppe Hoogland: "Jelle was een rustige man - niet zo spraakzaam, terwijl zijn kinderen dat juist wél waren, met een vrolijke inslag. Intelligent als ze waren hadden ze een grote belangstelling in allerlei zaken. Beppe Jeltje was een lieve vrouw, maar leefde soms wat zwaar: "Ik bin wat mankeliek" zei ze dan zelf."

Jelle en Jeltje blijven in Sneek wonen en blijven uiteindelijk bijna 50 jaar getrouwd. Jelle overlijdt in 1919, Jeltje in 1920.